Opvoeden

De ultieme beginnershandleiding voor de peuterpuberteit

Zoals ik in mijn eerdere blogs al wel eens heb gezegd, is opvoeden een leerproces. Maar er zijn fases die veel ouders even flink laten zweten dus hoe fijn zou het zijn als er hiervoor een beginnershandleiding zou zijn. Eén van die fases is de zogeheten peuterpuberteit. Deze periode is voor veel ouders een bron van frustratie, onzekerheid en soms zelfs wanhoop. Want: waarom luistert je peuter ineens niet meer? Waarom verandert hij of zij van een knuffelig hummeltje in een driftig mini-mensje met een eigen willetje?

De peuterpuberteit hoort bij de ontwikkeling van kinderen tussen de anderhalf en vier jaar oud en draait vooral om het ontdekken van grenzen, het ontwikkelen van een eigen identiteit en – helaas – de bijbehorende uitbarstingen. Het is een volkomen normale, maar uitdagende fase.

In deze blog lees je:

  • Wat de peuterpuberteit precies is.
  • Op welke leeftijd het voorkomt.
  • Hoe lang het duurt.
  • Hoe je het herkent.
  • Wat je als ouder kunt doen.
  • En welke fouten je beter kunt vermijden.

Laten we beginnen!

Stap 1: wat is de peuterpuberteit?

De peuterpuberteit is een fase in de ontwikkeling waarin je kind zijn of haar eigen wil ontdekt. Het wordt ook wel de “twee-is-nee-fase” genoemd. Je peuter begint zich los te maken van jou als ouder en krijgt steeds meer behoefte aan autonomie. Dat gaat gepaard met veel ‘nee’ zeggen, driftbuien, koppigheid en het uitproberen van grenzen.
👉 Wil je meer achtergrondinformatie vanuit de ontwikkelingspsychologie? Bekijk dan ook de uitleg over peuterpuberteit op de site van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).

Hoewel het vermoeiend kan zijn, is het belangrijk te beseffen dat dit gedrag volkomen normaal is. Het is een teken dat je kind zich goed ontwikkelt.

Kort gezegd:

  • Je peuter leert dat hij/zij een eigen persoon is.
  • Er ontstaat een strijd tussen afhankelijk zijn en zelfstandigheid willen.
  • Emoties zijn nog lastig te reguleren → driftbuien zijn dus logisch.
  • Je kindje krijgt door dat hij/zij ook een mening kan hebben.

Stap 2: peuterpuberteit – welke leeftijd?

Een veelgestelde vraag is: hoe oud is een kind in de peuterpuberteit?

De peuterpuberteit begint meestal tussen de anderhalf en twee jaar, met een piek rond de 2 tot 3 jaar. Bij sommige kinderen zie je al tekenen vanaf 18 maanden, bij anderen komt het pas later op gang. Gemiddeld begint het rond 2 jaar en duurt het tot ze ongeveer 4 jaar zijn.
Maar let op: ieder kind is anders. Sommigen hebben maar een paar maanden intens gedrag, anderen blijven een flinke tijd in de ‘nee-fase’ hangen.

beginnershandleiding voor de peuterpuberteit - driftbui en nee-fase

Stap 3: hoe lang duurt de peuterpuberteit?

De duur verschilt echt per kind. De meeste ouders merken dat de heftigste fase van de peuterpuberteit ongeveer 6 maanden tot 1,5 jaar duurt. Veel hangt af van:

  • De persoonlijkheid van je kind.
  • De manier van reageren van ouders.
  • De omgeving en het dagelijks ritme.
  • Eventuele veranderingen (nieuwe baby, verhuizing etc.).

Het is belangrijk om te beseffen dat deze fase voorbijgaat, ook al voelt het soms eindeloos.

Stap 4: hoe herken je de peuterpuberteit?

Twijfel je of jouw kind in de peuterpuberteit zit? Hier zijn de meest voorkomende signalen:

  • Je kind zegt vaak “nee”, ook als het iets eigenlijk wél wil.
  • Driftbuien, huilen of gillen om ogenschijnlijk kleine dingen.
  • Zelf willen doen (“zelluf doen!”).
  • Grenzen opzoeken: dingen doen waarvan ze weten dat het niet mag.
  • Plotselinge wisselingen in gedrag of stemming.
  • Slecht luisteren of heel selectief gehoorzamen.

Deze gedragingen kunnen pittig zijn, maar ze horen bij het groeiproces naar zelfstandigheid.

Stap 5: wat kun je doen als ouder in deze fase? De beginnershandleiding.

Hier komt het praktische gedeelte. De peuterpuberteit kun je niet ‘oplossen’, maar je kunt het wél beter begeleiden als ouder. Hier zijn enkele effectieve tips:

✅ Blijf rustig en consequent
Een peuter heeft een ouder nodig die liefdevol en consequent is. Laat je dus niet meeslepen in de emotie van je kind. Geef duidelijke grenzen aan, maar reageer niet boos of geïrriteerd. Zo kun je het juist verergeren. Blijf dus kalm.

✅ Benoem emoties
Help jouw kind emoties te begrijpen.
Voorbeeld: “Ik zie dat je boos bent omdat je niet nog een koekje krijgt.” Hiermee benoem je wat je ziet en wat jouw kindje voelt en zo leer je je peuter zichzelf beter te begrijpen.

✅ Geef keuzemogelijkheden
Door je kind kleine keuzes te geven, voelt het voor hem/haar als controle.
Voorbeeld: “Wil je je blauwe of rode trui aan?”. Dit kun je toepassen wanneer je kind zichzelf niet wil aankleden. Om je kind daartoe te verleiden, geef je je kind een keus, zodat hij/zij toch kan bepalen om iets aan te trekken. Dit geeft jouw kind toch een gevoel van controle (“ik heb wat te zeggen – mijn mening is belangrijk!”) en voorkomt vaak een strijd.

✅ Structuur en voorspelbaarheid
Peuters houden van routine. Vaste rituelen rondom eten, slapen en spelen helpen om gedragsproblemen te verminderen. Je kindje weet wat hij of zij kan verwachten en dat geeft een gevoel van veiligheid en controle.
Voorbeeld: altijd op hetzelfde moment naar bed gaan met een vast bedtijdritueel (wassen, tandjes poetsen, pyjama aan, boekje lezen, knuffel en slaapliedje) helpt je kind om zich mentaal voor te bereiden op de overgang van actief naar rust. Hoe voorspelbaarder de dag, hoe kleiner de kans op overprikkeling en onverwachte frustraties.

✅ Gebruik humor en afleiding
Soms is het slimmer om even iets luchtig te maken dan er een machtsstrijd van te maken. Leid je peuter af of maak een grapje.
Voorbeeld: je peuter wil zijn jas niet aan, terwijl jullie weg moeten. In plaats van te zeggen: “Doe NU je jas aan,” kun je luchtig zeggen: “Wacht eens even… moet deze capuchon over jouw buikje? Nee toch! Even kijken hoe het dan wel moet!” – grote kans dat je kind ineens meedoet, omdat je de spanning doorbreekt met humor 😊

Veelgemaakte fouten tijdens de peuterpuberteit (en hoe je ze voorkomt):

❌ Elke strijd aangaan
Niet elke ‘nee’ hoeft een discussie te worden. Kies je momenten en laat kleine dingen los. Hoe belangrijk is het nou echt? Dit voorkomt een hoop frustratie.

❌ Te streng of te toegeeflijk zijn
Een kind heeft grenzen nodig, maar ook liefde en begrip. Zoek de balans.
Voorbeeld: je peuter wil per se nog een filmpje kijken voor het slapen, maar jij weet dat het bedtijd is. In plaats van te zeggen: “Nee, dat mag niet. Klaar.”, kun je zeggen: “Ik snap dat je nog een filmpje wil, het is ook gezellig hè? Maar nu is het bedtijd. We kunnen morgen weer een filmpje kijken. Kom, dan kiezen we samen nog een boekje uit voor het slapen gaan.” Je houdt vast aan de grens, maar laat je kind voelen dat je hem begrijpt.

❌ Je kind overprikkelen
Te veel prikkels, drukke dagen of weinig slaap zorgen voor méér driftbuien. Houd hier rekening mee bij je planning.
Voorbeeld: je bent met je peuter op een kinderfeestje waar het druk, lawaaierig en vol indrukken is. Aan het einde van het feestje wil je nog even snel langs de supermarkt. In de winkel begint je kind te huilen omdat hij zijn favoriete koekje niet krijgt. De driftbui lijkt te gaan over dat koekje, maar is eigenlijk het gevolg van een overvolle dag. Als ouder helpt het om te herkennen dat je kind niet ‘lastig’ is, maar simpelweg overloopt. Een rustige middag thuis ná zo’n feestje voorkomt vaak dit soort situaties.

peuterpuberteit gaat voorbij - driftbui en nee-fase

Wanneer is de peuterpuberteit voorbij?

Meestal merk je rond het vierde jaar dat de heftigheid van de peuterpuberteit afneemt:

  • Je kind kan emoties iets beter verwoorden.
  • Je zoon of dochter heeft meer controle over impulsen.
  • Je kind reageert minder heftig op frustratie.

Dit betekent echter niet dat alle uitdagingen voorbij zijn – de kleuterfase heeft weer z’n eigen dynamiek – maar de scherpe randjes gaan er wel meestal af 😊

De beginnershandleiding voor de peuterpuberteit in het kort

De peuterpuberteit is een natuurlijke fase die hoort bij de ontwikkeling van je kind. Het vraagt veel van jou als ouder, maar met liefde, geduld en duidelijke grenzen kom je een heel eind.

Dit zijn de belangrijkste punten om te onthouden:

  • Start: tussen 1,5 en 2 jaar.
  • Duur: gemiddeld tot ze 4 jaar zijn.
  • Kenmerken: ‘nee’ zeggen, driftbuien, grenzen opzoeken.
  • Wat werkt: structuur, keuzemogelijkheden, benoemen van emoties.
  • Maar ook: probeer altijd kalm en rustig te blijven. Blijf consequent en begripvol.
  • Valkuilen: machtsstrijd, onduidelijkheid, overprikkeling.

Tot slot van deze beginnershandleiding van de peuterpuberteit: je bent niet alleen

Als je nu met jouw zoon of dochter middenin de peuterpuberteit zit, kan het voelen alsof je de enige bent met een dwarse, huilende peuter. Maar geloof ons: je bent écht niet de enige! Elke ouder maakt het mee – in meer of mindere mate – en het is oké om het soms even niet te weten.
Blijf mild voor jezelf. Adem diep in. En onthoud: ook deze fase gaat voorbij.

Wil je meer lezen over dit onderwerp of praktische tips ontvangen over opvoeding? Naast deze beginnershandleiding over de peuterpuberteit
👉 Lees dan ook deze blog: Wat betekent opvoeden eigenlijk?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Aanbevolen artikelen